“De keuze voor polarisatie is door dit kabinet gemaakt, door de ‘ferme wil’ zich uit te leveren aan een beweging die het vergroten van de tegenstellingen een doel noemt, en dat omwille van kortstondig electoraal gewin.” Dat zei GroenLinks-fractievoorzitter Femke Halsema dinsdagavond tijdens het debat over de regeringsverklaring in de Tweede Kamer.

Inbreng Femke Halsema debat regeringsverklaring

Mdv,

Laat ik als eerste het kabinet feliciteren. Heren, dames, ik denk dat u inderdaad uitzicht heeft op een historisch akkoord, ook omdat het steunt op de riante meerderheid van VVD, PVV, CDA & SGP. Daarbij zal het u helpen dat de meesten van u heel veel ervaring hebben: je mag wel zeggen dat we hier de fine fleur van het Haagse establishment van de afgelopen decennia verzameld zien en dat is goed want dat stelt u als geen ander in staat om de fouten uit het verleden te repareren. Ik hoop dat u een paar mooie maanden zult beleven; GroenLinks zal u daar zeker graag bij van dienst zijn.

Speciale felicitaties ook voor onze jeune premier, de heer Rutte. Hoe je het ook wendt of keert, we hebben zo’n 4 maanden wachten, maar dan heb je ook wat. Zoals mijn lijfblad Elsevier gisteren berichtte: vooral het CDA heeft zijn zin gekregen in het regeerakkoord en dat lijkt mij een resultaat om de vingers bij af te likken.

Genoeg geplaagd. Ik kan mij goed voorstellen dat het voor u vandaag een groot moment is en ik weet dat u zich met hartstocht en toewijding aan uw nieuwe taak zal zetten.

Ik was getroffen door het bericht dat u als nieuwe premier een ochtend per week les blijft geven: dat spreekt mij erg aan. Wij hebben vaak met elkaar gepraat over de armoede in het onderwijs en het slechte perspectief van kinderen en jongeren in achterstandswijken; het is dan fantastisch dat de premier zijn betrokkenheid bij kwetsbare jongeren wekelijks, op een gewone, overwegend zwarte VMBO in de Schilderswijk, omzet in daden.

Mijn eerste vraag aan de premier is wel: wat gaat u ze eigenlijk de komende tijd vertellen? Wat voor vergezicht biedt u ze? Welke vrijheid, welke verantwoordelijkheid komt u hen aanreiken?

Ik stel die vraag omdat uw leerlingen, jongeren en hun toekomst, geen enkele rol lijken te hebben gespeeld bij de totstandkoming van het regeerakkoord.
En niet alleen zij zijn afwezig. Als je het regeerakkoord een paar keer leest dan valt je op dat mensen in het geheel afwezig zijn.

Uw akkoord barst van de gebruikers van publieke voorzieningen, waar u fors in wilt snijden: groepen uitkeringsgerechtigden, arbeidsgehandicapten, allochtonen, daders van criminaliteit, vreemdelingen die onze grenzen willen overschrijden, lastige jongeren in de jeugdzorg enz. Als beleidsproblemen en bezuinigingsopdrachten passeren zij de revue. Maar op geen enkel moment treden zij naar voren als de gewone hardwerkende of naar schoolgaande Nederlanders, die niet verantwoordelijk zijn voor de grote financiële en economische crisis, maar er wel de grote gevolgen van dragen.

Dit regeerakkoord lijkt in het luchtledige geschreven. U zei zelf in 2007 bij de beoordeling van het regeerakkoord van Balkenende 4 dat dit debat dient om maatschappijbeeld en maatschappelijke ambities te toetsen. U was toen niet mild over die van uw voorganger die u een dramatische combinatie van CDA-corporatisme en socialistisch wensdenken verweet.
Daarom vraag ik u nu? Welke samenleving staat u voor? Wat voor toekomst jaagt u na?

Bij de presentatie van het akkoord opende u nl met te zeggen wat u niet wil bereiken:
Geen beperking van de hypotheekrente-aftrek, geen kilometerheffing.
Om vervolgens vol trots aan te kondigen dat er wel:
- nationale politie komt;
- prestatiebeloning bij leraren
- dat u het AOW-akkoord van werkgevers en werknemers overneemt.

Sinds wanneer put een liberale partij en de eerste liberale premier in 100 jaar voldoening uit de belofte van twee ondergeschikte beleidsveranderingen en een door anderen voorgekauwd compromis?

In zijn boek ‘Ill fares the land’(‘Het land is moe’) beschrijft Tony Juddt de grote tekortkoming van moderne politiek. Er is geen besef meer van de geschiedenis waarop politiek is gegrond, en omdat dit ontbreekt, kunnen de toekomstambities ook niet meer scherp worden geformuleerd. Omdat men zich niet meer afvraagt waar men vandaan komt, weet men ook niet waar naartoe men op weg is.
Politiek in het luchtledige. Besef van de recente geschiedenis lijkt afwezig en daarom is er geen toekomstideaal. Bezuinigingen zijn van middel tot doel verheven, korte-termijn electorale winst overheerst op inhoudelijke ambities.

Ik illustreer dit. Voor GroenLinks zou dit regeerakkoord namelijk een antwoord moeten geven op de drie grote crises van deze tijd:

1. De economische en financiële crisis

We kijken (als eerste) terug op een ongekend diepe en mensenlevens verwoestende internationale financiële crisis, veroorzaakt door de hebzucht en het wangedrag van bankiers en hypothecairs en mogelijk gemaakt door neoliberale politici voor wie ‘the sky the limit’ was. Dat is een crisis die vooral de allerarmsten wereldwijd heeft beroofd van het laatste beetje bestaanszekerheid. En dan kan uw antwoord toch niet zijn dat wij dan juist korten op de hulp aan hen? Dan kan het antwoord van het CDA toch niet zijn dat wij afscheid nemen van onze internationale solidariteit en de grofste bezuiniging in 2011 binnenhalen op ontwikkelingssamenwerking?
Ook in Nederland heeft de financiële crisis diepe wonden geslagen. De snelle stijging van onze nationale schuld is een rechtstreeks effect van het redden van systeembanken, en van de vele noodzakelijke maatregelen die de overheid moest treffen om oplopende werkloosheid tegen te gaan en bedrijven te beschermen.
Deze crisis is niet veroorzaakt door de overheid, maar door de markt. Wij leven in een schuldeneconomie die de financiële veiligheid van mensen op termijn ernstig bedreigt.
Als de financiële crisis onze geschiedenis is, dan moet de politiek daarop antwoorden formuleren. Dit betekent dat de bancaire wereld gedwongen moet worden zichzelf te reinigen, door een scheiding aan te brengen tussen nuts- en zakenbanken en een bankenheffing te introduceren voor risicovolle transacties die gewone mensen kunnen beschadigen.
Dit betekent dat onze nationale hypotheekschuld, die bijna 2 keer zo hoog is als onze staatsschuld, beheersbaar wordt door de hypotheekrente-aftrek geleidelijk te beperken. Dit betekent ook dat u de files serieus zou moeten nemen en niet zou moeten afdekken met gemakzuchtige asfaltretoriek (waar u ook nog eens geen geld voor heeft), terwijl u weet dat onze economie over een aantal jaren strandt in een verkeersinfarct? Waarom schuwt u de kilometerheffing terwijl dit – bewezen - het enige middel is tegen files?
En tel daarbij nog eens de grote energietekorten op, onze verslaving aan olie, die ons in toenemende mate afhankelijk maakt van schurkenstaten en een groot klimaatprobleem geeft. U blijft zo’n 7,5 mld subsidie pompen in vieze, fossiele energie, u ondermijnt groene ondernemers door hun veel kleinere subsidies weg te halen en kruipt in arren moede op de rechtse vluchtheuvel die kernenergie heet. Ik neem aan dat daar geen publiek geld naar toe gaat?
Wat gaat u eigenlijk zeggen tegen al die mensen die onvermijdelijk – bij toenemende schaarste - hun energierekeningen zien oplopen. ‘Pech?
Waarom durft u de belastingen niet te vergroenen en gebruikt u de opbrengsten niet om arbeid goedkoper te maken voor bedrijven, zodat ze meer werknemers in dienst kunnen nemen.

Omdat u onze economische geschiedenis negeert, loopt u weg voor de fundamentele keuzes die moeten worden gemaakt.
Dat gaat verder. De crisis slaat het hardst neer bij onze jongeren (uw klas van 2010), de mensen die kwetsbaar zijn op de arbeidsmarkt omdat ze klein zelfstandige zijn of lage opleidingen hebben. Hun toekomst verdient dat wij nu keuzes durven te maken die indruisen tegen de verworven rechten van de mensen die het goed hebben. Dat betekent dat wij nu de arbeidsmarkt, de WW en het ontslagstelsel moeten durven hervormen.
U loopt er voor weg. Als het u inderdaad te doen is om de toekomst van mensen, in plaats van hun afkomst, hoe kunt u dan tolereren dat de werkloosheid oploopt met 110.000 mensen? Hoe kunt u dan wensen dat bijna 40.000 mensen die vaak kampen met verstandelijke en lichamelijke beperkingen en werken in sociale werkplaatsen terechtkomen in de bijstand zonder enig realistisch vooruitzicht op werk?

Wat zegt u eigenlijk tegen mijn vriendin die psychiatrisch verpleegkundige is, alleenstaande moeder en zo’n 25.000 euro bruto per jaar verdient? Zij verliest haar alleenstaande ouderkortingen en haar zorgtoeslag wordt verlaagd. Welke toekomst biedt u haar? Hoe legt u haar uit dat van de krappe 1700 euro die zij per maand overhoudt er zo’n 200 euro wordt afgenomen?

Wat zegt u eigenlijk tegen uw leerlingen, voor wie de kansen op de arbeidsmarkt afnemen en die zich straks niet meer kunnen laten bijscholen.
‘Niet zo zuur doen joh, je lijkt wel links’. Je mag weer roken in het café, als je een autootje kan betalen dan mag je 10 kilometer harder rijden en met een pasje mag je gewoon naar de coffeeshop?’

2. Afkalvend maatschappelijk vertrouwen

Dit antwoord is van belang want er is een 2e crisis die de basis van politieke beslissingen zou moeten zijn, en dat is het geleidelijke afkalven van maatschappelijk vertrouwen. 15 jaar geleden beschreef de liberaal Francis Fukuyama ons land als een samenleving waarin veel onderling vertrouwen is èn er veel vertrouwen in de publieke instituties zoals de politie, het onderwijs, de bureaucratie, de rechterlijke macht.
Ik denk niet dat hij dat nog eens zou herhalen. De sociale tegenstellingen zijn groter geworden en ons land kent inmiddels harde culturele tegenstellingen. Veel mensen voelen zich vervreemd en onveilig. Veel straten waar zij wonen zijn vies, de portieken zijn donker, de plantsoenen zijn dikwijls vuilnisbakken en zij hebben last van een harde en agressieve straatcultuur. De bureaucratie waar zij van afhankelijk zijn voor hun zorg, hun huren, hun veiligheid is vaak onvriendelijk en naar binnen gekeerd. Zij voelen zich gewantrouwd, ze worden zelf wantrouwend.
Als overheid heb je een beperkte mogelijkheid om vertrouwen in elkaar en in de samenleving te versterken en dat doe je in de publieke sfeer. Op scholen die goed en veilig zijn en kinderen en jongeren echte kansen bieden, ’s ochtends bij de kinderopvang, in ziekenhuizen, bij de huisarts in de wijk.
Elke maatregel die u treft om de zorg te verbeteren en dichterbij mensen te brengen, elke maatregel waardoor de overheidsbureaucratie minder een spookhuis wordt, zal dan ook op onze steun kunnen rekenen.
Maar wat u doet in de zorg, laat u na in het onderwijs, de kinderopvang, de kunsten, de dagelijkse leefomgeving van mensen in buurten en in de natuur. De zachte infrastructuur van ons land, de dagelijkse ontmoetingsplekken van mensen, de plekken waar zij hulp kunnen krijgen als zij die nodig hebben, die verschraalt u: daar gaat u met een grove rasp overheen.
Wat zegt u tegen al die Nederlanders die met kleine inkomens ’s avonds wel naar de schouwburg willen of naar een musical maar straks de kaartjes niet meer kunnen betalen.
‘Ah joh, TV is goed genoeg, anders moet je maar meer gaan verdienen’.
Wat zegt u tegen al die uitvoerende musici die straks werkloos worden en de jeugdgezelschappen die geen schoolvoorstellingen meer kunnen geven? Het is vervelend dat we hard bezuinigen op de kunsten maar voor dit bedrag kan ik wèl 2 kilometer snelweg aanleggen?
Denkt u daarmee geschonden maatschappelijk vertrouwen te kunnen herstellen?
Hoe kunt u bezuinigen op de inburgering als u integratie zo belangrijk zegt te vinden. Wat betekent dat voor al die allochtone vrouwen die financieel afhankelijk zijn van hun man en sterk aan huis gebonden zijn. ‘Gaat u maar bedelen bij uw man als u mee wilt doen?
En wat zegt u tegen al die allochtone leerlingen bij u in de klas, die leven in de dagelijkse wetenschap dat zij ongewenst zijn en weinig vertrouwen hebben in hun toekomst?
‘Weet je, zo lang je je gedraagt, heb je van mij in ieder geval geen last. Maar als je crimineel wordt, dan zet ik je uit, of je nou hier geboren bent of niet’. ‘En nee, voor de jongen naast je geldt dat niet want hij is geen allochtoon’.
Het kan anders. Vertrouwen herstel je door nu, van diegenen die het heel goed hebben, te vragen wat voorrechten en onnodige subsidies af te staan, en dat te investeren in een sterke publieke sfeer. Waarom niet de kinderbijslag voor de hoge inkomens stoppen, en dat bijvoorbeeld te investeren in goede en toegankelijke kinderopvang. Waarom de verdere verlaging van de winstbelasting (die vooral ten goede komt aan banken en multinationals) niet ongedaan maken en sluizen naar het onderwijs.
Waarom kiest u voor de elites, en niet voor het herstel van vertrouwen bij gewone mensen?

3. Crisis in de politiek

Van alle instituties die kampen met geschonden vertrouwen, staat de politiek waarschijnlijk op 1. De derde en laatste crisis die ik noem is de crisis van onszelf. De crisis van het politieke bestel. Want als wij de toekomst van onze samenleving bij de lurven willen grijpen dan moeten wij ons bewust zijn van de lamlendige staat waarin de politiek verkeert.
Ik ben ervan overtuigd dat mensen snakken naar samenwerking, naar welwillende politici en naar praktische oplossingen voor hun dagelijkse problemen.
Wij kijken terug op een politieke campagne waarin onze nieuwe premier zijn regeringspartner CDA een handelaar in woekerpolissen noemde en die andere klassieke bestuurderspartij, de PvdA, ervan betichtte de langste zelfmoordbrief uit de geschiedenis te hebben geschreven. Een polariserende campagne waarin overzichtelijke meningsverschillen zijn opgeblazen tot onverzoenlijke tegenstellingen. Tijdens de campagne en de maanden daarna heb ik namens GroenLinks gehamerd op samenwerking en het temperen van de politieke driften, me realiserend dat politieke fragmentatie en schijntegenstellingen ons land onbestuurbaar maken.

Er is een groter belang dan de wekelijkse winst- en verliesrekeningen in de peilingen en dat is de politieke moed om juist nu een inhoudelijk programma te formuleren van hoop, dat dwars door de maatschappelijke tegenstellingen heen snijdt.
Juist daarom was GroenLinks ook zo’n voorstander van Paars+, omdat het – noodzakelijk – tegenstellingen verzoent. Omdat het – misschien niet helemaal gewenst, misschien verrassend – links en rechts bij elkaar aan tafel zet en dwingt met oplossingen te komen.
De VVD en het CDA hebben een andere keuze gemaakt en zich opgesloten met de PVV, de partij waaraan ze de meeste zetels verliezen, in de hoop die te kunnen terugroven.
Het is GroenLinks een gruwel dat dit minderheidskabinet ervoor kiest, waar rechtstatelijke alternatieven mogelijk waren geweest, een beweging in haar geledingen te gedogen die mensen vernedert vanwege hun geloof en die de gelijkwaardigheid van mensen wil aantasten.
Het is mij persoonlijk een gruwel dat uw gedoogpartner kan zeggen “we krijgen geen tweede kans. We moeten ons zelf redden”. En dan bedoelt hij de islam in ons land. En hij voegt er aan toe dat “dit keer de Amerikanen hun zonen niet zullen offeren op de stranden van Normandië voor onze vrijheid”. Het is mij een gruwel dat u zoveel demagogische grofheid gaat gedogen. Ik wil daar ook niet onverschillig of ongevoelig voor worden. Want dat is de sleetsheid die intreedt als je het gebrul vaak genoeg aan moet horen.

De keuze voor polarisatie is door dit kabinet gemaakt, door de ‘ferme wil’ zich uit te leveren aan een beweging die het vergroten van de tegenstellingen een doel noemt, en dat omwille van kortstondig electoraal gewin.

GroenLinks is zich bewust van de crises waarvoor wij een oplossing moeten vinden. Wij willen de toekomst bij de lurven grijpen.

- Onze economie duurzaam en gezond helpen maken
- De zachte krachten van onze samenleving, ons onderwijs, onze zorg, onze natuur helpen versterken
En dat betekent, dat als u ons daartoe de hand reikt, wij die zullen aanvaarden.
Omdat samenwerking het enige antwoord is bij politieke polarisatie.
Dat betekent ook dat als u grofheid gedoogt, als u afbraak van onze rechtsstaat accepteert, dat u dan geen deel van de oplossing bent, maar deel van het probleem. En dan zullen wij tegen u strijden.